De Cover van de Griffioen

Na de aankondiging van De Schreeuw van de Griffioen kreeg ik veel complimenten over de cover. Op deze pagina doe ik uit de doeken hoe deze cover tot stand is gekomen.

De Schreeuw van de Griffioen

Om te beginnen een beetje voorgeschiedenis: toen ik in 2007 een boek over het Antwerps dialect publiceerde, kwam de uitgever met een cover af waar ik absoluut niet mee kon leven. Mijn zusje ontwierp toen op één-twee-drie een alternatief coverontwerp, en gelukkig kon ik de uitgever ervan overtuigen dat ontwerp te gebruiken, hoewel hij zijn eigen vaste coverontwerper al had betaald voor diens werk. Dit gebeurde trouwens allemaal terwijl ik aan het backpacken was door Oost-Afrika; al deze communicatie verliep dus via trage dial-up verbindingen in stoffige internet-cafés. Good times 🙂 Zogauw ik thuiskwam ging ik dus aan de slag met Photoshop en maakte ik van mijn zusters ontwerp een cover naar de specificatie van de drukker. Hoewel het resultaat me nu nog maar weinig bevalt – de fonts zijn vreselijk – gaf het me wel nuttige ervaring. Ik heb toen trouwens ook de opmaak van het boek opnieuw gemaakt in InDesign, omdat ik niet tevreden was over de tabellen met verbuigingen en vervoegingen. Nog meer nuttige ervaring!

Met “De Schreeuw van de Griffioen” wilde ik aanvankelijk voor een klassieke scifi/fantasy cover gaan, met een wijds landschap met een enkele figuur op de voorgrond, en de titel in grote gouden letters. Ik zocht op sites als ArtStation naar illustraties die leken op wat ik in gedachten had en maakte alvast enkele mockups. Het eerste boek had toen nog geen titel, dus gebruikte ik de titel van de reeks (De Verloren Stammen van Aden) of van het tweede boek (De Wil van Adens Goden) als plaatshouders.

Ik sprak ook illustators aan wier werk me beviel, om naar hun beschikbaarheid te vragen, en naar hun prijs voor een cover met een wijds landschap naar mijn specificatie. Ik heb blijkbaar een goed oog voor talent, want de meeste illustratoren die ik aansprak via ArtStation namen zelfs niet de moeite te reageren, en wanneer ze dat toch deden was het om te zeggen dat ze geen tijd meer hadden voor commissies. De ene illustrator die wel beschikbaar was vroeg ~1500 euro voor een illustratie naar mijn wens. Dat was wellicht ook zijn marktwaarde, maar ik zocht een bescheidener oplossing.

Het derde voorbeeld hierboven gebruikt overigens een illustratie van het computerspel Ryse, waarvan ik de art geweldig vind (het spel zelf ken ik niet). Ik heb nog mijn best gedaan om de kunstenaar op te sporen en te contacteren, maar dat heeft nergens toe geleid. Veel van de meest talentvolle illustratoren verdienen hun brood in de game-industrie, en die lui gaan maar zelden tijd vrijmaken voor een enkele commissie.

Ik vond uiteindelijk via Fiverr een illustrator uit Pakistan wiens stijl mij erg beviel; iemand die zijn carrière nog aan het maken was en dus nog betaalbaar was. Ik beschreef het landschap dat ik op de cover wilde zien in tekst en maakte ook een plan in bovenaanzicht. De eerste schets die hij stuurde was helemaal volgens spec en zeer veelbelovend. Helaas hield het daarna op, omdat ik de beginnersfout maakte hem te vroeg te betalen. Na elke communicatie waren enkele reminders nodig voor ik een antwoord kreeg, en toen ik de schets uiteindelijk maar goedkeurde, bleek het finale resultaat weinig van die schets te verschillen. Daarna hield de communicatie helemaal op. Dit was de illustratie zoals die werd opgeleverd:

Dit landschap toont de Schelde ter hoogte van het huidige Antwerpen, waar er toentertijd een eiland in de rivier was. Het is een sfeervolle illustratie die ik nog goed kan gebruiken als concept art bij de roman (bvb om deze site op te smukken), maar ik wou toch iets anders op de cover. Ik was inmiddels ook wel af van het wijdse-landschap-met-grote-gouden-letters idee, anders zou de cover er ongeveer zo hebben uitgezien (deze mockup gebruikte nog de schets):

Ik ging dus opnieuw op zoek naar een illustrator, op allerlei sites, want ik had inmiddels wel door dat het een bijna hopeloze taak is om op ArtStation iemand te zoeken voor één kleine commissie. Uiteindelijk vond ik de juiste persoon op een plek waar ik helemaal niet aan het zoeken was. Ik ben een geschiedenisfanaat, en kijk dus ter ontspanning bijna dagelijks naar geschiedenisdocumentaires op YouTube, o.a. die van het kanaal Kings and Generals. Zo keek ik op een avond naar een docu over de Chinese admiraal Zheng He:

Ik werd verliefd op de tekenstijl van de illustraties in deze documentaire (die alleen al daarvoor het bekijken waard is!) en besloot dus te kijken of ik deze illustrator kon contacteren. Dat bleek geen enkel probleem, want zijn naam stond gewoon in de credits van het filmpje: Oğuz Tunç. De link voert naar de Instagrampagina met al zijn werk, zeer de moeite.

Ik stuurde Oğuz de volgende dag een mail. 35 minuten later had ik een antwoord. Enkele uren later hadden we een deal om meteen drie covers te maken, voor de eerste drie delen van de Verloren Stammen van Aden. Wanneer je vindt wat je zoekt, mag je niet twijfelen 🙂 De illustraties moesten pentekeningen zijn in ongeveer dezelfde stijl als de Zheng He docu, met telkens één dominante kleur die per illustratie zou verschillen, en dat alles op een perkamenten achtergrond.

De samenwerking verliep daarna supervriendelijk en professioneel. We spraken af wanneer ik de drie specs zou voorzien en wanneer Oğuz de illustraties zou opleveren, en dat alles zou helemaal volgens plan verlopen. Ik maakte voor mezelf enkele mockups, met elementen van Oğuz’ tekeningen uit de docu. Daarnaast beschreef ik de drie scenes die ik wilde zien.

   

Toen Oğuz zijn drie illustraties opleverde, was ik meteen in de wolken. Ik laat hieronder twee van de drie illustraties zien zoals ik ze zelf voor het eerst te zien kreeg (maar dan in het groot): onder elkaar en met een 3D versie ernaast. De titel is telkens overgenomen uit mijn mockups en is hier uiteraard maar een plaatshouder.

Ik maakte een lijst van opmerkingen, allemaal kleine dingen die Oğuz snel verwerkte. Hij breidde op eigen initiatief de scene op de tweede cover uit met meer figuren en voorzag ook drie extra tekeningetjes die aansluiten bij de illustraties. Voor het eerste boek heb ik die extra tekening (een ravenkop) gebruikt als afsluiter op de allerlaatste pagina. Voor het tweede boek is die tekening (een abstract portret van een hoofdpersonage) echter zo cool dat ik ze waarschijnlijk ergens vooraan ga plaatsen.

Maar nu loop ik op de zaken vooruit. Eind 2019 had ik dus de finale illustraties voor drie covers. De covers zelf moesten natuurlijk nog ontworpen worden, wat in dit geval enkel neerkwam op de belettering – of dat dacht ik toch. Veel covers, vooral in ons genre en taalgebied, zien er ondanks een mooie illustratie amateuristisch uit omdat de belettering knullig gedaan is: vaak ziet het gekozen font er goedkoop en/of te opgesmukt uit, wordt dat ene font gebruikt voor álle belettering (wat met een sober font een goed idee kan zijn, maar met een markant font zelden of nooit), en zijn de gekozen kleur en effecten ondermaats. Mijn plan was om eerst zelf te proberen de belettering te voorzien, en als dat naar mijn eigen smaak niet voldoende goed lukte een designer in te huren.

Begin september 2020 was het manuscript eindelijk 100% klaar en begon ik dus aan het coverontwerp. De belangrijkste opdracht was een font kiezen voor de titel, die ik inmiddels eindelijk had gekozen: De Schreeuw van de Griffioen. Ik spendeerde uren op font sites en probeerde tientallen fonts uit. Hieronder enkele voorbeelden. De rode beginletters waren een inval die ik al bij de eerste poging had. Ze zijn gebleven tot in het eindontwerp. Je ziet me hier ook al wat experimenteren met het font van de auteursnaam, en met de positie, grootte en fonts van “De” en “van de”.

Ik probeerde aanvankelijk vooral fonts met een handgeschreven of geverfde look, omdat ik meende dat dat goed zou passen bij de pentekeningen van Oğuz. Uiteindelijk ging ik alle richtingen uit en kwam ik onder andere terecht bij het Ierse font van de laatste cover, dat naar mijn gevoel goed oogde, er oud uitzag zonder cliché-middeleeuws aan te doen, en een Keltische connotatie had die voor dit boek uiteraard op zijn plaats is. Dit font had mijn voorkeur, maar het scoorde helemaal niet goed bij mijn vaste proeflezers, die ik voortdurend lastigviel om andere meningen te horen.

Na nog veel zoeken vond ik een ander Iers font dat me beviel en minder agressief en scherp oogde. Dit font had echter een heel vreemde G – bijna onherkenbaar. Ook de S vond ik maar niks. Dus verving ik ze te door de in elkaar hakende S en G van dat andere Ierse font van hierboven. Dit nieuwe ontwerp stuurde ik samen met een aantal andere nieuwe ontwerpen rond en werd door o.a. Oğuz meteen uitgekozen als het beste tot nu toe:

Met deze combinatie van fonts ging ik dus verder. Hierboven gebruikte ik nog een derde font voor “De” en “van de”, maar in het finale ontwerp gebruik ik ook daarvoor dezelfde fonts als voor Schreeuw en Griffioen.

Nu was ik inmiddels niet meer zo blij met mijn eigen idee om een perkament als achtergrond te gebruiken. Terwijl mijn bedoeling was om het effect te creëren van zwarte inkt op permanent, leken het eerder vliegende letters boven een achtergrond van kurk. Ik begon dus te experimenteren met het veranderen van de achtergrond, die ik liet overgaan van het groen van de illustratie naar de kleur van het perkament. De titelletters herschikte ik en gaf ik een ivoorkleur en enige diepte. De speren liet ik wat vervagen naar boven toe om minder met de titel te clashen. Dat gaf een wat mistig gevoel dat me zeer beviel, dus voegde ik effectief mist (eigenlijk witte rook) toe boven de strijders. Bovendien plaatste ik een felle lichtbron achter de centrale figuur (Boduognat), om de bovenste helft van de cover meer dynamiek te geven. Zo kwam ik uiteindelijk op het volgende ontwerp, dat tot twee weken voor publicatie het finale ontwerp bleef:

Ik dacht dus dat ik klaar was met de cover en hield me weer bezig met de andere resterende taken: de print layout, de historische noot schrijven, de kaarten, enz. Toen ik na enkele weken terug naar de cover kwam, kon ik er met een frisse blik naar kijken en besloot ik dat het bijna volledig groene uiterlijk me niet beviel, en de witte titel ook niet.

Ik begon weer te experimenteren met de lucht en kwam zo uit bij een gelige lucht waarin de perkamentkleur en -textuur weer doorschijnt. De letters werden ook weer zwart, maar behielden hun diepte-effect. De donkere band achter de auteursnaam verdween. Zo bekwam ik de uiteindelijke cover:

Dan moest ik natuurlijk nog de rug en de achterkant ontwerpen. Op de rug staat precies dezelfde titel, maar met de lijnen wat dichter op elkaar geperst. Onderaan zit een griffioen op een zuil. Dat lijkt althans zo; wanneer de volgende delen uitkomen zal duidelijk worden dat die griffioen op het (Romeinse) serienummer van het boek zit.

De achterkant heb ik snel ontworpen. Er staat een foto van mij op die begin 2019 werd getrokken tijdens de prijsuitreiking van de verhalenwedstrijd van Godijn Publishing; een lucky shot waar ik maximaal van profiteer 🙂 De fotograaf, Jeroen Mies, gaf me vriendelijke toestemming om de foto ook op deze omslag te gebruiken. Verder staan er links naar deze website, naar mijn facebook page en mijn pagina op Goodreads.

Op de achterflaptekst heb ik tot op de laatste seconde zitten zweten en zwoegen (en hij is nog altijd niet goed). Daardoor staan er andere versies van op de proefdrukken, en ook op sommige webwinkels valt nog een oude versie te lezen, bvb bij Amazon. Daar zie je overigens ook een vermangelde versie van de voorkant; het gevolg van een PDF waarin de fonts niet embedded waren.

En dat is het hele verhaal van de cover van mijn eerste roman. Voor de volgende romans zal ik er veel minder werk aan hebben, omdat de grote lijnen van het ontwerp natuurlijk dezelfde blijven voor de verschillende delen van De Verloren Stammen van Aden. Ik heb al eens snel een ontwerp gemaakt voor het tweede boek, maar zoals je ziet ben ik op de rug iets vergeten veranderen 🙂

Meer informatie over De Schreeuw van de Griffioen vind je hier.