Blogbericht

Over de godentaal

In de recensie van Marvin O. op Hebban merkte hij op dat de goden gij had zeggen en dat dat volgens de regels van de Nederlandse grammatica gij hadt moet zijn. Eerder merkte Michel Vuijlsteke in zijn review hetzelfde op, met gij deed en ge beloofde als voorbeelden, die volgens de Nederlandse grammatica gij deedt en gij beloofdet zouden moeten zijn. Beide reviews waren verder zeer lovend, dus ik had er allerminst een probleem mee dat ze dit als minpuntje aanhaalden, maar ik wil toch eens duidelijk stellen dat ik het bewust zo geschreven heb en dat dit zeker geen fouten zijn. Een woordje uitleg …

In enkele hoofdstukken van De Schreeuw van de Griffioen treden de goden op als personages, en in hun dialogen spreken zij in een ander taalregister dan de gewone personages. Dit is niets nieuws in fantasy; bij Tolkien en andere Engelstalige schrijvers gebruiken verheven personages vaak elementen van het Early Modern English, waarin vooral de vormen thou/thee/thy/thine opvallen, bvb. in “thou art” (jij bent) en “thine heart” (jouw hart). Ik heb iets soortgelijks willen doen met de goden in mijn verhaal, en ik heb hun taal daarom gebaseerd op hedendaags Vlaams taalgebruik. Dit klonk naar mijn gevoel precies goed en is tegelijk een knipoog naar mijn levenslange interesse in de Vlaamse spreektaal en Vlaamse streektalen. Enkele voorbeelden uit het boek, met de grammaticale regels die erachter zitten:

d’enige manier = het bepaald lidwoord de wordt d’ wanneer het bij een vrouwelijk substantief hoort en het volgende woord met een klinker begint.

nen berg in het noorden, nen demon = het onbepaald lidwoord voor mannelijke substantieven is ne, en nen wanneer het volgende woord begint met een b, d, h, t of klinker.

zijne stam, uwen beschermeling = ook bezittelijke voornaamwoorden krijgen een uitgang wanneer ze bij mannelijke substantieven horen, namelijk -en wanneer het volgende woord begint met een b, d, h, t of klinker, en anders -e.

Ik kan nog even bezig blijven – ik kan namelijk uren praten over Vlaamse grammatica. Ik had tot een jaar geleden zelfs een uitgebreide website waarin ik heel de grammatica van de Vlaamse spreektaal ontleedde. Het punt is hier echter alleen dat de bovenstaande vormen geen Nederlands zijn, en dat ze dus logischerwijze ook niet voldoen aan de regels van de Nederlandse grammatica. Wel, precies hetzelfde geldt ook voor ge had en ge deed en de andere OVT-vormen in de tweede persoon. Een duidelijker voorbeeld is ge kwam. In het Nederlands moet dat ge kwaamt zijn, maar niemand spreekt zo [correctie, het komt blijkbaar wél voor, maar ik hoor het nooit] – ook niet de goden in mijn roman.

2 Responses

    1. F.P.G. Camerman

      I stand corrected! En ik heb het vermeld tussen vierkante haken. De vorm “ge kwamdege” kende ik wel (van iemand uit Kruishoutem); heel mooi.